Station Schothorst, woensdagmorgen 9.00 uur. Ik heb een afspraakje met een onbekende jongeman. Als herkenningsteken heb ik een verticuteerhark meegenomen. Gelukkig staan er bij het station niet zo veel mensen met zo’n hark. In de verte begint al iemand te zwaaien. We maken kennis en ik leg kort uit hoe dit apparaat werkt. Als hij zijn gazon een oppepper heeft gegeven, zal hij hem terugbrengen.
Terwijl ik wegfiets, denk ik: Oei, heb ik z’n signalement? Wat nu als deze Kevin met onbekende bestemming vertrekt om daar grote grasvelden van mos te ontdoen? ‘Bezitten als niet bezittend’ verandert hier mogelijk in ‘niet meer bezitten’. Oké, thuis heb ik nog zo’n hark, maar die is minder goed.
‘Jullie hebben een match!’ had de site Peerby.nl opgetogen gemeld. Sinds kort hebben we er een account. Spullen die we willen delen, staan erop: kruiwagen, ladder, grondboor – en meer zaken die we zelf maar af en toe gebruiken. Sylvia, mede-eigenaar van Kevins grasmat, had een oproep geplaatst. Dus kregen wij een mail: ‘Buur Sylvia, 4 km bij je vandaan, zoekt een verticuteerhark. Heb jij die?’ En zo kon Kevin woensdag aan het werk.
Een paar dagen later wordt er aan de deur gebeld. Het stel met de hark. En een tulp als blijk van dank. Intussen heeft zich alweer een nieuwe Kevin gemeld. Het wordt hier nog een Keukenhof…
Ook om een andere reden juich ik de opkomst van deze nieuwe deeleconomie toe. Je hoeft minder te kopen, minder weg te gooien. Het is een oefening in onthechting en bovendien goed voor de sociale cohesie.
Dit past toch ook prima bij de kerk? Waar stond ook alweer: ‘Ze hadden alles gemeenschappelijk?’ Het zou leuk zijn als veel gemeenteleden meedoen aan Peerby.nl. Niet elke oproep leidt overigens tot een match.
‘Buur Beppie zoekt bakfiets….’ Toch maar weer ‘s plaatsen.